Darmen genezen met eigen stoelgang.

Een goed idee?

Bron: De Standaard
Je eigen stoelgang opeten om je darmflora weer op peil te krijgen na een antibioticakuur. ­VRT-journalist Peter Brems testte het uit – onder medische begeleiding van de Antwerpse hoogleraar medische microbiologie Herman Goossens – voor het Eén-programma Pano. Met succes: na twee maanden was zijn darmflora er weer bovenop – een stuk sneller dan gemiddeld. ‘Ik vond het wel een charmant experiment’, zegt Goossens, die toestemming had gevraagd en gekregen van de ethische commissie van zijn ­ziekenhuis. ‘Niemand in de medische wereld had het ooit al uitgeprobeerd, tot mijn stomme verbazing.’

Maar is het wel zo’n goed idee?

1 Wat is de draagwijdte van dit experiment?

‘Voor mij is het een proof of concept,’ zegt Goossens, ‘al was het aantal proefpersonen beperkt: alleen Peter Brems, plus twee controlepersonen. Je moet zo’n proef uiteraard met méér mensen overdoen vooraleer je echt zeker kunt zijn dat de resultaten betrouwbaar en reproduceerbaar zijn. Maar voor zo’n uitgebreid onderzoek heb je al snel twee, drie miljoen euro nodig. Dat bedrag heb ik niet – maar ik hoop dat het ooit ergens gevonden wordt.’

2 Herstelt de darmflora na een ­antibioticakuur dan niet vanzelf?

‘Bij de meeste mensen wel, al kan het herstel lang op zich laten wachten’, zegt Jeroen Raes, een moleculair bacterioloog van VIB/KU Leuven, die grootschalig onderzoek heeft gevoerd naar de darmflora van duizenden Vlamingen. ‘Soms is de darmflora na een maand alweer in evenwicht, vaker vraagt het een halfjaar tot een jaar. Met zijn stoelgangpillen heeft Brems de natuur zo te zien een handje geholpen.’

Soms halen medische behandelingen de darmflora zo drastisch overhoop, zegt Herman Goossens, dat het niet meer vanzelf goedkomt. ‘Bijvoorbeeld bij kankerpatiënten die zijn behandeld met chemotherapie. Dat kan zware gevolgen hebben, zoals hardnekkige, chronische diarree.’

3 Hebben artsen dan geen andere manieren om de darmflora weer gezond te maken?

‘Jawel’, zegt Goossens: ‘een stoelgangtransplantatie’. Daarbij slikken mensen met een zieke darmflora capsules met bevroren stoelgang van gezonde donoren. Ook kan gezuiverde donorstoelgang via een buis rechtstreeks in hun darmen worden gebracht.

‘Maar dat is een omslachtig en bewerkelijk proces’, zegt Goossens. ‘Gedoneerde stoelgang moet worden gescreend op virussen, parasieten en bacteriën. Donoren mogen bovendien niet te dik zijn en geen astma of allergieën hebben: ziektes waarvan wordt vermoed dat ze samenhangen met de samenstelling van de darmflora. Die zou je dan onbedoeld mee kunnen transplanteren. Ik zou het daarom geen gek idee vinden als gezonde mensen stoelgang zouden laten invriezen voor later gebruik.’

4 Een Vlaamse stoelgangbank: hoe realistisch is dat?

‘Dat zal veel geld kosten en ook nog eens veel ruimte in beslag nemen’, verwacht Jeroen Raes, in wiens lab gigantische vrieskisten staan waarin de stoelgangstalen van duizenden Vlaamse vrijwilligers worden bewaard. ‘En wij collecteren dan nog maar kleine hoeveelheden. Genoeg om laboratoriumonderzoek op te doen, maar veel te weinig om een darm mee te rebooten .’

5 Kan er geen pil met een ideale bacteriemix worden ontwikkeld die de darmflora na een medische behandeling herstelt?

‘Dat onderzoek is in volle gang’, zegt Jeroen Raes. ‘Het ene bedrijf na het andere verrijst, in de hoop dat het de magische cocktail zal vinden waarmee een zieke darmflora weer te genezen is.’

‘Het is overigens allerminst zeker dat zo’n ideale mix bestaat. Mensen hebben verschillende types darmflora, zoals zij ook verschillende bloedgroepen hebben. Wellicht komen we er niet met één cocktail, maar zullen gepersonaliseerde mixen moeten worden gemaakt.’

6 Kunnen we in afwachting thuis alvast een portie stoelgang ­invriezen?

‘Asjeblieft niet’, zegt Raes. ‘Om te beginnen is een keukendiepvries daarvoor niet koud genoeg: die gaat maar tot -20 graden Celsius, terwijl zo’n stoelgangstaal bij minus 80 ­graden moet worden bewaard. Bovendien riskeer je zware infecties als je zelf met stoelgangtransplantaties gaat experimenteren. Op het internet vind je volop instructies, maar mijn dwingende advies is: do not try this at home.’